Kardemom (Indiaas: ilaychi) is een specerij uit de gemberfamilie. Het ziet er uit als een peulvrucht. Zowel de zaden als de zaaddozen worden gebruikt in de Indiase en Pakistaanse keuken. Er zijn 2 typen kardemom: groene en zwarte. Zwarte kardemom heeft een warme kamferachtige smaak en een rokerig aroma. Groene kardemom (Elettaria cardamomum) heeft een zoete scherpe geur en smaakt naar bergamot, citroen en kamfer.
Chaiwallah’s pletten de hele kardemom peulen met een steen en koken die samen met zwarte thee en andere specerijen opdat de complexe smaken de ideale chai maken.

Kardemom: de koningin van de specerijen
Kardemom groeit in India vooral in de heuvels in het zuiden, in Kerala. De peulen worden met de hand geoogst en in de zon gedroogd. De kardemom is relatief duur omdat het proces erg arbeidsintensief is. In de peulen zitten zwarte zaadjes.
Rond kardemom zien we veel gezondheidsclaims zoals verbetering van de spijsvertering, cholesterolverlagend en ontstekingsremmend. Bovendien helpt kardemom tegen een slechte adem!
Wij presenteren zowel chai latte zonder kardemom (Bondi Chai) als chai latte met kardemom (Authentic Chai, Simara Chai en de Nectar Chai). Niet iedereen vindt Kardemom lekker. Er is ook een speciale Kardemom Chai; de Elaichi Chai.
GESCHIEDENIS
De naam kaneel is afkomstig uit het Latijn, “canella“, “stokje”.
Rond 2800 voor Christus wordt kaneel al genoemd in het kruidboek van de Chinese Keizer Shennung. Ook in het oude Egypte was kaneel bekend. Het werd gebruikt in parfum.
Ook in de Bijbel was kaneel bekend. Het werd zo hoog gewaardeerd, dat kaneel zelfs een waardig geschenk kon zijn voor koningen en andere hoogheden. Mozes wordt opgedragen om zowel zoete kaneel als cassia te gebruiken voor de zalfolie van het altaar.: “Neem de fijnste specerijen: vijfhonderd sjekel mirre, half zoveel geurige kaneel-tweehonderdvijftig sjekel dus-, tweehonderdvijftig sjekel geurige kalmoes en vijfhonderd sjekel kassia, alles volgens het ijkgewicht van het heiligdom, en een hin olijfolie, en bereid hieruit heilige zalfolie, een geurig mengsel zoals een reukwerker dat maakt. Met deze heilige zalfolie moet je de ontmoetingstent zalven, de ark met de verbondstekst, de tafel en de lampenstandaard met alle bijbehorende voorwerpen, het reukofferaltaar, het brandofferaltaar met het gerei en het wasbekken en het onderstel ervan.”
Vanaf 1580 hadden de Portugezen de heerschappij over Ceylon (het latere Sri Lanka) en daarmee het monopolie op de kaneelhandel. Zij legden het eiland een schatting op van 125 ton kaneel per jaar. De koning riep vervolgens de hulp in van de Hollanders. Hiermee ging het kaneelmonopolie over in Hollandse handen. In 1765 begon men op Ceylon voor het eerst kaneel te verbouwen op plantages. In 1796 veroverden de Engelsen het eiland. Het monopolie op de kaneelhandel kwam vanaf dat moment in Engelse handen, totdat de Nederlanders er in Indonesië in slaagden om ook daar kaneelplantages aan te leggen. Sindsdien exporteert Indonesië ongeveer 8000 ton kaneel per jaar.
Reeds lang voordat de Europeanen zelf kaneel haalden uit het Verre Oosten waren zij bekend met deze specerij en ook met kruidnagelen en nootmuskaat. Kaneel werd via het Midden Oosten en via de Hanzekooplieden aangevoerd.
watermelon viagra sildenafil troche viagra 100mg
sildenafil citrate tablets 100mg sildenafil over the counter cvs womens viagra
order cialis online Strain mixture through strainer or sieve to remove all seeds